top of page

Een kijkje bij… de Beat It training!

Bij het CJG kunnen jongeren vanaf 12 jaar de gratis ‘Beat it!’ training volgen. ‘Beat it!’ is een sociale weerbaarheidstraining waarbij jongeren leren om beter voor zichzelf op te komen en beter met anderen om te gaan.

Hoe gaat dat, zo’n training? We kijken een les mee!

De training wordt gegeven in een gymzaal. Rond 4 uur komen de jongeren binnen. Trainers Berrie en Michael zijn er al klaar voor. Terwijl ze wachten tot alle jongeren binnen zijn, wordt er niet stilgezeten. Met houten stokken uit de gymzaal wordt mega-mikado gespeeld. Zodra de groep compleet is en alle schoenen zijn uitgetrokken, gaan de jongeren in een kring staan. 


Berrie vraagt of ze kunnen vertellen wat er in eerdere lessen al is geleerd. “Stevig staan,” wordt als eerste geroepen. “Heel goed,” zegt Michael. “En daarbij is het ook belangrijk om te letten op je ademhaling. Dan sta je een stuk sterker.” De jongeren vertellen over de oefeningen die ze hebben gedaan: er is onder andere geoefend met stootkussens en met het aangeven van je grenzen.


Deze les begint met fysieke oefeningen. Bij het eerste spel draait het om kracht. De jongeren worden verdeeld in twee ‘landen’. Een streep op de vloer geeft de grens aan. “Ga zo stevig mogelijk staan,” zegt Berrie. “Pak elkaar bij de hand en probeer de ander over de grens te trekken, naar jouw land.” “Als je stevig staat, is het veel moeilijker voor de ander om van jou te winnen,” legt Michael uit.  


Ook de tweede oefening heeft te maken met kracht, maar ook balans is nu belangrijk. “Let goed op je ademhaling,” geeft Berrie als advies. De groep wordt verdeeld in tweetallen. “Ga met één been naar voren staan, en één been naar achteren. Zo stevig mogelijk,” zegt Michael. “Pak elkaar nu bij de hand, en steek je wijsvinger uit. Kan je met jouw wijsvinger de knie van de ander raken?” “Je mag elkaar natuurlijk tegenhouden,” voegt Berrie toe. “Dat kan door kracht te zetten, maar ook door de ander een beetje uit balans te brengen.” Het valt nog best tegen om de knie van je tegenstander te raken, ontdekken de jongeren. Sommige jongeren zijn erg aan elkaar gewaagd!


Voor de volgende oefening legt Berrie een paar matten op de grond. “Wat gaan we daar mee doen?” vraagt een jongen. “Een wedstrijdje,” zegt Michael met een knipoog. “Maak tweetallen. Ga tegenover elkaar staan, let op dat je stevig staat en pak elkaar bij de polsen vast. Die mat, daar wil je graag op gaan zitten. Maar je tegenstander wil dat ook. En jullie mogen elkaar niet loslaten! Wie lukt het om als eerste te gaan zitten?” De jongeren gaan fanatiek aan de slag. Berrie en Michael moedigen aan: “Houd de ander tegen! Gebruik je kracht.”


Berrie roept de groep weer bij elkaar. Hij heeft twee stootkussens vast. “We gaan nu een traptechniek leren. Een techniek waarmee je iemand erg veel pijn kunt doen. Het is natuurlijk niet de bedoeling om een ander zomaar pijn te doen, maar als het nodig is kan het je een veilig gevoel geven als je deze techniek beheerst.” Berrie en Michael leggen de techniek van de wreeftrap uit. Om beurten mogen de jongeren oefenen door een trap tegen een stootkussen geven. “Let op: sta je stevig? Als je niet stevig staat voordat je de trap geeft, ben je wankel. Dan val je zo om,” legt Michael uit. “Let ook hierbij weer op je ademhaling,” voegt Berrie toe.

 

Na het oefenen met de wreeftrap wordt er ook nog geoefend met stoten. De jongeren leren hoe ze het beste met hun vuist kunnen stoten. Ze leren ook om hun kracht te verdelen door te stoten met 10%, 20%, 30% en uiteindelijk 100% kracht.

 

“Ik wil jullie graag iets vertellen,” zegt Berrie met een glimlach. “In de laatste les gaan we een plankje doorslaan.” Daar wordt verschillend op gereageerd. “Cool,” roept een meisje. Een ander kijkt met grote ogen naar de trainers. “Iedereen kan het,” zegt Michael. “Het gaat erom dat je gelooft dat je het kan. Als je niet gelooft dat je het kan, dan lukt het niet.” “En daarom blijven we oefenen,” legt Berrie uit. “Zodat iedereen in de laatste les dat plankje door kan slaan.”


Na nog een paar fysieke oefeningen, vragen de trainers of de jongeren even op de bank willen gaan zitten. “We gaan nu oefenen met je grens aangeven. Bijvoorbeeld als iemand iets aan je vraagt wat jij niet wilt,” zegt Michael. “Bijvoorbeeld als een klasgenoot geld van je wil lenen om eten te kopen in de kantine op school. Jij hebt wel geld bij je, maar je vindt het vervelend dat hij of zij om geld vraagt. Diegene betaalt namelijk nooit terug,” geeft Berrie als voorbeeld. “Wat kun je dan zeggen? Daar gaan we nu mee oefenen. Verzin voor jezelf een voorbeeld, bijvoorbeeld iets wat je zelf hebt meegemaakt. Speel dit na in tweetallen en oefen met hoe je kunt reageren. Reageer je op een harde manier of op een zachte manier? En welke manier werkt het beste?”

 

De jongeren oefenen met elkaar. Sommige jongeren geven eerlijk aan dat ze dit een lastige oefening vinden. Berrie en Michael helpen de jongeren door het voor te doen en door tips te geven. Bijvoorbeeld: let op je houding, maak oogcontact en zeg duidelijk wat je niet prettig vindt. “Je hoeft geen smoesjes te verzinnen,” zegt Michael. “Dit is jouw grens.”

 

Duidelijk aangeven dat je iets niet wilt, is best lastig. Daarom blijven Berrie en Michael hiermee oefenen. In de volgende lessen gaan de jongeren aan de slag met de thema’s ‘vertrouwen’ en ‘helpende gedachten’.

 

Als het 5 uur is geweest, zit de les erop. De trainers bedanken de jongeren en ruimen de gymzaal weer netjes op.  

bottom of page