top of page

Een kijkje bij de jeugdverpleegkundige: advies bij borstvoeding

Bij het CJG werken jeugdverpleegkundigen. Zij volgen de groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren in Capelle en ondersteunen ouders bij het opgroeien van hun kind. Deze keer vertelt jeugdverpleegkundige Kirsten over advies dat ze gaf aan kersverse ouders.

“Afgelopen week ging ik op huisbezoek bij een pasgeboren baby. Het was een heel leuk huisbezoek, de ouders waren helemaal in de wolken en voelden zich erg gelukkig. We hadden een leuk gesprek en ze waren blij met mijn komst. De ouders hadden een paar kleine vragen en ik kon ze adviezen geven. Na het gesprek ging ik hun kindje wegen. Helaas bleek het meisje niet goed gegroeid te zijn.


Daar baalde ik van. Het was zo’n leuk en positief gesprek geweest en nu moest ik vertellen dat er iets niet goed ging. De ouders schrokken er best van. De moeder gaf het kindje borstvoeding. Toen ik het vertelde zag ik dat ze bijna tranen in haar ogen kreeg. Dat kan ik goed begrijpen. Als je borstvoeding geeft en je kindje groeit niet goed, dan denk je al snel dat je iets fout hebt gedaan.  

 

Ik had toevallig net een paar weken geleden een borstvoedingscursus gehad van de lactatiekundige die bij ons CJG werkt. Dat was heel waardevol. De dingen die ik tijdens de cursus had geleerd, kon ik tijdens mijn werk meteen gebruiken. Ook nu: ik kon deze ouders zelf adviezen geven, zonder ze naar de lactatiekundige door te verwijzen. 

 

Ik keek mee bij het aanleggen en kon daar wat tips over geven. Ook voedde de moeder haar baby lang achter elkaar. Ik legde haar uit dat vaker en korter voeden nu beter is. Het meisje was niet zo’n actieve drinker aan de borst, ze vond het ook gewoon lekker om bij haar moeder te liggen en een beetje te sabbelen. De ouders hadden tijdens de kraamweek al een paar keer afgekolfde melk uit de fles gegeven en dat ging eigenlijk supergoed. Omdat het drinken uit de fles zo goed ging, adviseerde ik om na in ieder geval 4 of 5 voedingen per dag nog wat extra afgekolfde melk te geven uit de fles.

 

Het huisbezoek was aan het begin van de week, op een dinsdag. Ik sprak met de ouders af om vrijdag weer terug te komen om het kindje weer te wegen. Natuurlijk hoopte ik dat het dan goed zou zijn, maar ik heb de ouders ook voorbereid op wat er zou gebeuren als dat niet zo was. Ik vertelde ze dat ze dan misschien kunstvoeding naast de borstvoeding moesten geven. Ook daar schrokken ze best van, ze wilden liever geen kunstvoeding geven. Ook legde ik ze uit wat alarmsignalen zijn voor uitdroging en wanneer ze 112 moesten bellen. Ik ging best met een vervelend gevoel weg, het huisbezoek was zo positief begonnen en nu moest ik met zo’n boodschap eindigen.

 

Vrijdag ging ik weer terug naar het gezin. Ik had best een gespannen gevoel, als het maar goed zou zijn met het kindje. Ik merkte hetzelfde bij de ouders, het was heel anders dan toen ik dinsdag binnenkwam. We hebben hun dochter meteen gewogen. Gelukkig was het meisje supergoed gegroeid! De ouders waren erg blij en opgelucht.


Na het wegen gingen we nog even zitten en bespraken we hoe het was gegaan. De moeder was vaker gaan voeden en ook het aanhappen ging nu op een andere manier. Ze was ook gaan kolven en gaf na de borstvoeding nog wat afgekolfde melk, zoals ik had geadviseerd. Daar was het meisje supergoed op gegroeid. Ik vertelde de moeder dat ze zichzelf echt een schouderklopje mocht geven. “Dit heb jij gedaan,” zei ik. “Jij hebt drie dagen keihard gewerkt waardoor je dochter deze groei heeft doorgemaakt.” Ik zag dat ze daar heel blij mee was.


Het is heel mooi om te zien als je een gezin verder hebt geholpen, dat ze weer helemaal blij zijn en dat het goed gaat. Ik vond het ook een eyeopener voor mezelf: zo’n cursus is echt heel waardevol. Nu hoefde ik niet door te verwijzen en kon ik echt passende tips geven, waardoor ouders en het kindje eerder geholpen waren.

 

Dat is echt het mooie van dit werk: met hele kleine dingen kan je echt het verschil maken. Als je op het eerste huisbezoek komt en zegt dat een kindje goed gegroeid is, is dat voor ouders vaak al goud waard. Ouders kunnen best gespannen zijn, zeker als het een eerste kindje is en ze voor de eerste keer borstvoeding geven. Als het kindje dan goed gegroeid is, is dat zo’n mooi moment. Ook als ik een gezin wat kleine tips heb gegeven en ze een paar weken later bel om te vragen hoe het gaat. Als je dan hoort dat de tips hebben gewerkt en alles goed gaat… dat is zo fijn.”

bottom of page