Als een baby wakker is, kijkt hij of zij rond. Wat kunnen baby’s al zien? Hoe ontwikkelt hun zicht als ze ouder worden?
Kleuren herkennen
Pasgeboren baby’s kunnen nog niet echt kleur onderscheiden. Ze zien wel verschil tussen een donkere en een lichte kleur. Baby’s vinden contrastrijke voorwerpen, met veel zwart en wit bijvoorbeeld, heel interessant. Ze kunnen daar een poosje naar blijven kijken en het aftasten met hun ogen. Vooral gezichten van mensen vinden ze heel boeiend. Als ouder blijf je nog een hele tijd het meest spannende en stimulerende speelgoed!
Pas na ongeveer vier weken gaat een baby kleuren zien: rood het eerst. Dat blijft voor veel baby’s lang een favoriete kleur, waarop ze het meest reageren. Kort daarna kunnen ze ook blauw, geel en groen herkennen, maar pas in de peuterfase gaan ze daar ook namen aan koppelen en weten ze bijvoorbeeld wat het woord ‘blauw’ betekent.
Steeds scherper zien
Baby’s kunnen vlak na de geboorte nog niet zo goed zien. Als je kind een week oud is, ziet hij of zij dingen op ongeveer 20 centimeter afstand het best. Als ze dichterbij of verder weg zijn, ziet je baby ze wazig.
Bewegingen zien
Een pasgeboren baby kan kijken naar grote voorwerpen die langzaam bewegen. Hij of zij kijkt dan met schokjes. Je kind kijkt ook naar jou als je dichtbij bent en langzaam beweegt.
Handjes bekijken
Vanaf ongeveer 3 maanden kijkt een baby naar zijn of haar eigen handen. Je kind probeert van alles uit: hij of zij probeert de voetjes vast te pakken en stopt de teentjes in de mond. Je baby kijkt hierbij goed naar wat hij of zij doet. Je kind gaat steeds scherper zien, maar het duurt nog een hele tijd voordat hij of zij net zo goed kan zien als een volwassene.
Met de ogen volgen
Vanaf 3 à 4 maanden blijft je baby naar je kijken als je door de kamer loopt. Je kind volgt je dan met zijn of haar ogen. Je baby draait nu zelfs het hoofd om, om jou of een voorwerp beter te zien. Tussen de 3 en 6 maanden leren baby’s ook om snel bewegende voorwerpen met hun ogen te volgen. Dan kunnen ze bijvoorbeeld zien dat speelgoed op de grond valt. Het vermogen om diepte te zien begint zich te ontwikkelen.
Zien op afstand
Je baby volgt met zijn of haar ogen, hoofd of hele lichaam een voorwerp dat verdwijnt. De afstand waarop je baby kan zien, wordt steeds groter. Niet alleen leert je kind ver zien, hij of zij ziet ook heel kleine dingen steeds scherper. De ogen en handen werken steeds beter samen. Als je kind steeds beter ziet, kan hij of zij ook steeds beter dingen vastpakken.
Kijken is interessant!
In de loop van het eerste jaar krijgt je baby steeds meer interesse voor de omgeving. Je kind wil zien wat er gebeurt en wat anderen aan het doen zijn: huishoudelijke karweitjes, knutselen, schrijven, telefoneren, noem naar op. Vooral nieuwe dingen zijn fascinerend. Tips:
Zet je kind af en toe op een andere plek. Zet het wipstoeltje bijvoorbeeld in de ruimte waar je zelf bezig bent. Je baby ziet dan wat je doet. Vertel hardop wat je doet.
Draag je kind regelmatig rond. Er is zo veel te zien, bijvoorbeeld een mooi schilderij of een spiegel. Als je ziet dat je kind ergens naar kijkt, ga daar dan naartoe en praat erover.
Kijk af en toe samen naar buiten. Veel kinderen vinden het leuk om door het raam te kijken. Er is op straat vaak veel te zien. Ook een balkon of een tuin is heel interessant.
Neem je kind vaak mee naar buiten. Ga bijvoorbeeld lekker wandelen of fietsen, of maak een ritje met de auto of de bus.
Aan het eind van het eerste jaar kijkt je kind gericht naar afbeeldingen, zoals schilderijen en posters. Kijk samen en benoem wat je ziet.
Zichtproblemen
Baby’s gaan steeds beter zien, maar als dat niet gebeurt, is het belangrijk dat het probleem op tijd wordt ontdekt. Daarom test de arts op het consultatiebureau de ogen van je kind, onder andere op scheelzien.
Het is altijd goed om in de gaten te houden of je zelf iets bij je baby ziet wat je niet vertrouwt. Je kunt bijvoorbeeld letten op hoe je baby iets vasthoudt en hoe hij of zij ernaar kijkt. Wanneer je vermoedt dat je kind een zichtprobleem heeft, kun je dit aangeven tijdens je afspraak op het consultatiebureau. Je kunt ook bellen naar de advieslijn of langskomen bij een inloopspreekuur. Bekijk hier onze contactgegevens.
Bronnen